Provincie en lokale Fietsersbond vinden elkaar op 1 juli

Provinciale bijeenkomst aanzet tot meer samenwerking

zwaan

Op 1 juli jongstleden stond de provinciale bijeenkomst in Zuid-Holland op het programma met als thema ‘De rol van de fiets binnen het Zuid-Hollandse mobiliteitsbeleid in de anderhalvemetersamenleving’. Deze online bijeenkomst werd georganiseerd in samenwerking tussen de provincie Zuid-Holland en de provinciale vertegenwoordiging van de Fietsersbond. Met 16 aanwezigen vanuit verschillende afdelingen was er een breed scala aan inzichten en gedachten over de manier waarop de provincie en Fietsersbond elkaar kunnen versterken. In dit verslag worden de belangrijkste bevindingen besproken.

De bijeenkomst op deze woensdagavond werd geopend door de provinciaal vertegenwoordiger van de Fietsersbond in Zuid-Holland, Arjen Klinkenberg. Hij gaf aan de wens te hebben om meer te gaan samenwerken tussen de provincie en de lokale afdelingen om kennis van en over het fietsen op te halen. Wat zijn de knelpunten die lokaal een probleem vormen, waar liggen kansen die de provincie nog niet benut heeft en hoe kunnen de lokale afdelingen bijdragen aan het provinciale mobiliteitsbeleid? Ook de aanwezigen vanuit de provincie, Ron van Noortwijk en Ronald Haverman, onderschreven deze wens. “Dit is het moment om je inzichten te delen, de provincie te inspireren met bepaalde onderwerpen aan de gang te gaan en een invloed uit te oefenen op de provinciale visie.”

Provinciaal beleid

Het inhoudelijke deel werd gestart door een presentatie van Ronald Haverman. Ronald vertelde over het mobiliteitsbeleid van de provincie, met de nadruk op trends en richtingen. “We zijn minder van het dwingen om mensen de auto uit te krijgen, maar meer voor het verleiden om voor duurzame mobiliteit te kiezen. We kiezen voor  eerst slimmer, dan anders, en daarna schoner.” De activiteiten die de provincie uitvoert, bijvoorbeeld op het gebied van personen en goederen mobiliteit, energietransitie en intelligente verkeerssystemen, moeten bijdragen aan de ambitie om Zuid-Holland bereikbaar te houden.

Ron van Noortwijk, lid van het fietsteam van de provincie, vervolgt met meer focus op de fiets en het fietsbeleid dat sinds 2016 wordt uitgevoerd. De uitgangspunten van het beleid zijn verwoord als ‘samen verder fietsen’. Volgens Ron kunnen veel van de uitdagingen vanaf 2020 kunnen worden gebundeld in een aantal termen:

  • Veiligheid: verschillen op het fietspad in snelheid en massa
  • Bereikbaarheid: Hoogwaardige fietsroutes, fietsvriendelijk verstedelijken (lage autoparkeernorm en hoge fietsparkeernorm)
  • Effecten van corona: Nog lastig te voorspellen wat de effecten op langere termijn hiervan zijn.

Waar het Ron en Ronald vooral om te doen is in het kader van een nauwere samenwerking tussen de afdelingen op lokaal niveau, en de provincie, is het ontdekken van plekken die voor de fiets mooi en goed zijn ingericht, en een voorbeeld zijn voor andere plekken. “Er zijn al vele locaties in de provincie waar het heerlijk comfortabel en rustig fietsen is, en waar het fietsgeluk vanaf spat, maar dat zijn vaak ook de geheimen die er lokaal zijn”. De provincie wil deze voorbeelden gebruiken, om op meerdere plekken in Zuid-Holland mee te helpen aan het creëren van meer fietsgeluk

Fietsvisie

Saskia Kluit, directeur van de Fietsersbond, lichtte de gedachten uit de Fietsvisie toe, en legde de link met het Zuid-Hollandse beleid. Zij begon haar verhaal door aan te geven dat er vanuit elke hoek steeds meer vraag naar de fiets is. Bij uitbreiding van verschillende grote projecten, zelfs vanuit industrie die zich eerder nooit druk maakte over de rol van de fiets. Bij een gewenste groei van de fiets moet er meer ruimte komen, wat gerealiseerd kan worden met de volgende drie routenetwerken.

  1. Voor kinderen en ouderen, de kwetsbare fietsers die vrij van gemotoriseerd verkeer rijden, met rustig ingerichte straten.
  2. Een hoofdfietsnetwerk.
  3. Voor fietsers met snellere en zwaardere fietsen, zoals speedpedelecs en vrachtfietsen.

“Juist nu in corona-tijd moeten we investeren in de fiets”, aldus Saskia. Overal ter wereld gebeurt er heel erg veel op het gebied van fiets omdat het OV is ingestort, maar Nederland blijft eigenlijk wat achter omdat het last heeft van de wet op remmende voorsprong. Maar Nederland is zeker nog niet klaar, als we kijken naar veiligheid en comfort. Meer ruimte is gevraagd, maak de stad zoveel mogelijk 30 km/h en zorg dat het parkeren voor fiets en auto effectiever wordt ingericht.

Na de pauze kwam de discussie op gang. De grote lokale kennis bij de Fietsersbond vrijwilligers bracht interessante gedetailleerde inzichten over knelpunten bij bruggen of op snelfietsroutes, en gaf de aanwezigen van de provincie voldoende stof tot nadenken. Een van de belangrijke bespreekpunten was de discussie over hubs aan de randen van de stad: punten waar je de auto kan parkeren en overstapt op fiets en OV. Door de meeste aanwezigen werd dit gezien als een zeer belangrijk middel om de mobiliteit in de stad te ontlasten. Ook bleek de interesse in intelligente VRI’s een mooie kans. De provincie wil hier graag wat mee doen, maar zoekt nog  naar de juiste manier om dit aan te zwengelen. Het moet de doorstroming voor de fietsers verbeteren.

Aan het einde van de avond werd geconcludeerd dat een bijeenkomst als deze voor zowel de provincie, als de Fietsersbondafdelingen wel ontzettend nuttig is. Hier kan informatie worden gedeeld die lokaal speelt, kan er invloed op provinciaal beleid worden uitgeoefend en kan de provincie input vragen van deskundigen op lokaal niveau. Zeker als alle afdelingen uit de provincie aanhaken, kan het uitgroeien tot een belangrijke kenniscentrum op fietsbeleid.

Categorieën